ONZE VISIE
Wie zijn we? Hoe begeleiden we?
ONZE 4 GOUDEN WAARDEN
** Respect ** Evenwaardigheid ** Veiligheid ** Verantwoordelijkheid **
(voorstelling in olympische cirkels)
In onze omgang met elkaar zijn deze vier gouden waarden onze grondhouding. Ze zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar en elk even belangrijk.
Op onze school zijn we actieve kritische wereldburgers die hun leven vormgeven vanuit respect, evenwaardigheid, veiligheid en verantwoordelijkheid. Hier blinken we in uit.
Alles op en rond de school gebeurt vanuit een respectvolle houding.
Het gaat over zorgzaam zijn en oog hebben voor jezelf, de andere en de hele omgeving.
Verschillen zijn een rijkdom, we benaderen ze evenwaardig en constructief-kritisch. De talenten en noden van iedere leerling en ieder teamlid geven het onderwijsleerproces mee vorm.
We luisteren actief en oprecht naar elkaar. We communiceren open en eerlijk en scheppen vertrouwen en veiligheid, zodat iedereen zichzelf kan zijn. We stellen ons hierbij kwetsbaar op, geven grenzen aan en stimuleren out-of-the-box denken.
We zijn samen verantwoordelijk voor een krachtige en veilige leer- en leefomgeving. Het consequent opvolgen van duidelijke afspraken, onze rol binnen de school en de maatschappij opnemen, zelfsturing ontwikkelen en model staan voor elkaar zijn hierbij noodzakelijke voorwaarden.
Hoe deze vier gouden waarden verder invulling krijgen op onze school beschrijven we hieronder in onze leidende principes.
Deze leidende principes kenmerken onze schoolwerking.
– Op onze school –
- Op onze school leren we samen samenleven:
– We gaan positief kritisch om met diversiteit.
– We gaan na of onze ouders tevreden zijn over onze school.
– We bereiden de lerenden voor op actief burgerschap.
– We zijn een mini-maatschappij en bieden kansen om een brede en harmonische ontwikkeling te garanderen.
– We plaatsen de relatie leerkracht-lerende op de voorgrond -> consequent, eerlijk, authentiek.
– We staan voor een open en eerlijke communicatie.
– We zetten actief in op gelijkwaardigheid.
– Een warme omgangsvorm staat voorop met respect voor de onderlinge verschillen.
– We verwelkomen iedereen.
– We detecteren signalen van kansarmoede en gaan ermee aan de slag.
– We stimuleren en faciliteren een cultuur van samen leren en samenwerken.
– We staan in voor een geborgen gevoel en scheppen vertrouwen en veiligheid.
– We zien het welbevinden en de betrokkenheid van leerlingen als noodzakelijke voorwaarden om tot leren te komen.
– Lerenden en leerkrachten leren samen en respectvol met elkaar en van elkaar.
- Op onze school leren we kritisch denken aan de hand van een brede vorming en bereiden we onze leerlingen voor op de wereld van morgen.
– We hebben een open blik op de wereld en halen de wereld buiten de school binnen.
– We zetten in op wat maatschappelijk relevant is (bv. STEM).
– We betrekken de lerenden bij het maken van afspraken.
– Het schoolteam neemt initiatieven tot vernieuwing rekening houdend met ontwikkelingen in de samenleving.
– We bereiden de lerenden voor op zinvolle deelname aan de maatschappij.
– We bevorderen de meertaligheid van onze leerlingen, Nederlands inbegrepen.
– We hebben aandacht voor een combinatie van kennis, vaardigheden, attitudes, competenties en talenten (= brede vorming).
- Op onze school streven we naar de maximale ontplooiing van elk kind.
– We houden rekening met de onderwijsbehoeften van elke lerende.
– We geven alle lerenden kansen om te leren.
– We helpen alle lerenden om grote stappen te zetten in hun leerproces.
– We geven kansen tot het ontwikkelen van alle mogelijke competenties/talenten en zetten evenwaardigheid voorop.
– Leerlingen werken zelf mee aan hun leren: zelfsturing.
– We creëren een krachtige leeromgeving die de leerlingen motiveert.
- Op onze school organiseren we het onderwijs in functie van leren.
– We stellen het leerkrachtenteammodel voorop, gezamenlijke verantwoordelijkheid.
– We betrekken de leraren en andere personeelsleden in het beleid.
– We streven een onderzoekende cultuur en ‘out of the box-denken’ na.
– We gaan na of de vooropgestelde resultaten en effecten behaald werden en sturen bij na reflectie.
– We leggen de dingen die goed lopen en goed werken vast en borgen ze.
– We brengen de leer- en ontwikkelingsbehoeften van lerenden in kaart.
– We stimuleren en versterken onze leerkrachten om gedifferentieerd les te geven aan de hele groep.
– We zetten een duidelijke overlegstructuur binnen de leerbegeleiding op, respecteren ze, voeren ze uit en sturen ze bij volgens de principes van het zorgcontinuüm.
– We passen de principes van handelingsgericht werken toe.
– We maken duidelijke afspraken en regels en passen deze consequent toe.
– We professionaliseren in het geven van feedback.
– We bestuderen de evaluatiegegevens goed en gebruiken ze om het onderwijs beter te maken.
– We zien actieve participatie van de teamleden als een meerwaarde voor haar beleid en organiseren dit effectief.
– We creëren kansen en ondersteunen elkaar om samen te leren en samen te werken met het oog op expertisedeling.
– We koppelen ons professionaliseringsbeleid aan de schooleigen beleidskeuzes.
– We werken een adequate (aanvangs)begeleiding van het schoolteam uit, implementeren en evalueren ze cyclisch.
– We organiseren en ondersteunen professionele dialoog en reflectie
VISIE OP LEERLINGENBEGELEIDING VANUIT DE VIER BEGELEIDINGSDOMEINEN EN HET ZORGCONTINUÜM
In onze school streven we de totale persoonlijkheidsontwikkeling na. Zoals het pedagogisch project van het gemeenschapsonderwijs (PPGO!) vooropstelt, biedt deze school iedereen kansen op een optimale ontplooiing van zijn of haar talenten en wordt er extra aandacht geschonken aan de vorming van een kritische en creatieve houding tegenover mens, natuur en samenleving. Het is onze hoofdopdracht de kinderen te begeleiden binnen alle ontwikkelingsgebieden zowel op socio-emotioneel, cultureel als cognitief vlak.
Onze ambitie op vlak van leerlingenbegeleiding omvat de totale ontwikkeling van alle leerlingen, is gericht op het verhogen van het welbevinden van deze leerlingen, het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten en het creëren van gelijke onderwijskansen voor iedereen. Dit betekent dat onze leerkrachten hoge verwachtingen koesteren voor alle leerlingen, dat ze eisen durven stellen en kinderen uitdagen om zich in te zetten en hun uiteenlopende talenten te ontwikkelen. Daarnaast betekent dit eveneens dat alle leerlingen zich goed voelen in onze school. De leerkracht heeft oog voor wat goed loopt bij de leerlingen, heeft aandacht voor een positief klasklimaat, geeft constructieve feedback en stimuleert succeservaringen. Daarbij is participatie van de leerlingen een onmisbare factor, zowel op school-, klas- als leerlingenniveau (bv leerlingenraad, klasforum, individuele leerlingengesprekken).
Onze leerlingenbegeleiding situeert zich op deze vier begeleidingsdomeinen:
- Leren en studeren
- Onderwijsloopbaanbegeleiding
- Psychisch en sociaal functioneren
- Preventieve gezondheidszorg
De begeleiding vertrekt steeds vanuit een geïntegreerde en holistische benadering voor deze vier begeleidingsdomeinen en dit in alle stadia van het zorgcontinuüm. Het zorgcontinuüm is een opeenvolging van fasen in de organisatie van de onderwijsomgeving, gaande van basiszorg voor alle leerlingen naar meer gespecialiseerde zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (zie figuur). De fasen zijn evenwel niet strikt te scheiden. Immers, bij het voorzien van verhoogde zorg voor een leerling, wordt de brede basiszorg verdergezet. Omgekeerd kan een meer uitgewerkte aanpak voor een bepaalde leerling ook tegemoetkomen aan de onderwijsbehoeften van andere leerlingen en zo een plaats krijgen binnen de brede basiszorg of de fase van verhoogde zorg.
Om de vier begeleidingsdomeinen in iedere fase zo goed mogelijk vorm te geven in onze school, is er nood aan een brede verantwoordelijkheid van alle betrokken actoren. Afhankelijk van het stadium in het zorgcontinuüm ligt de regie bij de school of het CLB en vraagt deze werking ten alle tijden een goede samenwerking tussen het schoolteam, de ouders, het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB), het Leersteuncentrum (LSC) en de pedagogische begeleidingsdienst (PBD) mét een duidelijke rolverdeling. Belangrijk is dat de leerling steeds centraal staat en de principes van handelingsgericht werken de leidraad vormen.
- Leren en studeren
Onder het begeleidingsdomein ‘leren en studeren’ verstaan we de wijze waarop de school het leren van kinderen ondersteunt om de vooropgestelde leerdoelen te bereiken of na te streven. Het gaat dus over alle maatregelen die een school neemt om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk leerlingen de onderwijsdoelen bereiken.
In de brede basiszorg zet onze school hier preventief op in door een krachtige leeromgeving aan te bieden. De regie ligt hier bij de school en de leerkracht zelf. Lessen worden volgens het ADI en EDI-model gegeven wat inhoudt dat de leerkracht na de instructie van start gaat met differentiatie volgens het ¾ sporen beleid. Afhankelijk van hoe kinderen de instructie verwerken, worden ze tijdens de differentiatie opgesplitst in pre-instructie, verlengde instructie, remediëring, training of verdieping. Binnen de klaswerking wordt ruim gedifferentieerd, zodat iedere leerling steeds op zijn/haar niveau en tempo kan werken, bij voorkeur in geclusterde groepen. Als school passen we pre-instructie consequent toe. Wij zijn van mening dat indien pre-instructie consequent in alle leerjaren ingepland wordt dit effect heeft op zowel cognitieve als socio-emotionele vaardigheden van de leerling en bijgevolg op het voorkomen van zittenblijven. Onze leerkrachten stoppen niet met instructie geven na het klassikale instructiemoment. Naast pre-instructie en klassikale instructie, wordt er verlengde instructie geboden aan leerlingen die hier nood aan hebben. In de differentiatie werken we planmatig, voorspelbaar, met concrete materialen (bv. Chromebook, MAB-materiaal,…) en met aandacht voor de groepssamenstelling. Wij bieden ook – naast de continue binnenklasdifferentiatie – gestructureerde differentiatiemomenten aan. Aanvullend werken we ook vanaf het eerste leerjaar systematisch met halve klasgroepen, een meerwaarde voor zowel de leerlingen als de leerkrachten in functie van differentiatie.
Overleg is de sleutel tot succes. We hebben een uitgebreide overlegstructuur met overlegmomenten op de verschillende niveaus van het zorgcontinuüm. Zoals: wekelijks ruimte voor consultgesprekken (data-gesprekken en leerlingenopvolging) waarbij de leerkracht, zorgleerkracht en zorgcoördinator aanwezig is; driejaarlijkse filtergesprekken (data, klaswerking en leerlingbespreking) met klasleerkracht, zorgleerkracht en zorgcoördinator; het tweewekelijks zorgoverleg met klas- en zorgleerkracht; Het MDO met het CLB (en/of andere externe partners) en zorgcoördinator; enz…
Onze ambitie om zoveel mogelijk leerlingen de onderwijsleerdoelen te laten bereiken, valt of staat met leerkrachtvaardigheden en de kennis van onze leerkrachten over de leerplandoelen. Hier zetten we op in aan de hand van studiedagen, individuele nascholingen en onze huidige samenwerking met PBD.
Indien de acties in de fase van brede basiszorg niet meer volstaan voor bepaalde leerlingen, wordt overgegaan naar de fase van verhoogde zorg. In deze fase blijft de regie bij de school en is het de taak van de school te voorzien in remediërende, differentiërende, compenserende en dispenserende maatregelen. Aanpassingen die dit specifieke kind nodig heeft om tot leren te komen, worden geformaliseerd in een document onderwijsbehoeften dat door de klasleerkracht en zorgleerkracht, wordt opgemaakt en regelmatig geëvalueerd en bijgestuurd. In de eerste plaats wordt in dit document nagedacht over de beginsituatie en de noden van deze specifieke leerling over de verschillende domeinen, waarna deze worden omgezet in onderwijsbehoeften en redelijke aanpassingen voor de leerling. De vragen die hier gesteld wordt, zijn “wat heeft dit kind nodig om een bepaald doel te bereiken?” en “hoe kunnen we onze aanpak afstemmen op datgene wat het kind nodig heeft?”. Naast de onderwijsbehoeften, wordt ook aandacht besteed aan de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht en de redelijkheid van de aanpassingen. Tot slot wordt een planning opgemaakt om deze aanpassingen in de dagelijkse klaswerking mee te nemen. Voor leerlingen met een (leer)stoornis worden altijd de nodige REDICODI-maatregelen op papier gezet, dit kan gaan van meer tijd voor taken en testen, tot gebruik van rekenmachine of gebruik van voorleessoftware.
In de fase van uitbreiding van zorg neemt het CLB de regie, uiteraard in nauwe samenwerking met de school. De school zal de acties uit de fase van verhoogde zorg verderzetten en het CLB zal in deze fase meestal een handelingsgericht (diagnostisch) traject aanvangen samen met de leerling, ouders en de school. In deze fase zal altijd een multidisciplinair overleg met ouders plaatsvinden. In het domein leren en studeren zal dit vaak gaan over (een vermoeden van) leerproblemen en -stoornissen, ontwikkelingsproblemen en -stoornissen, studiemotivatie, studievaardigheden of hoog- en minderbegaafdheid. In deze fase maakt de school ook dikwijls een individueel handelingsplan op indien blijkt dat het document onderwijsbehoeften voor deze leerling onvoldoende is. In het individueel handelingsplan wordt de beginsituatie van de leerling uitgebreid verwoordt, wordt er gekeken naar positieve punten van de leerling en wordt er nagedacht over doelen en concrete acties die voor de leerling haalbaar zijn om vooruitgang te boeken. Zowel de ouders als de leerling worden actief betrokken in dit proces en het plan wordt op regelmatige tijdstippen geëvalueerd en bijgestuurd.
Wanneer in het handelingsgericht traject blijkt dat de maatregelen onvoldoende of disproportioneel zijn, wordt door het CLB voor deze leerling een GC of IAC-verslag opgesteld voor ‘toegang’ tot het buitengewoon onderwijs. Dit houdt niet automatisch een overgang naar het buitengewoon onderwijs in, maar met dit verslag kan het kind en de leerkracht extra ondersteuning krijgen vanuit het Leersteuncentrum. Kinderen met een IAC-verslag (individueel aangepast curriculum) kunnen mits aanpassingen in de doelen school blijven lopen in het gewone onderwijs. De eindbeslissing naar het buitengewoon onderwijs blijft bij de ouders. Met een individueel aangepast curriculum kan de school afwijken van de leerplandoelen van een bepaald leerjaar om een traject op maat voor deze leerling uit te stippelen.
- Onderwijsloopbaanbegeleiding
Het doel van onderwijsloopbaanbegeleiding (OLB) is leerlingen te begeleiden in de uitbouw van hun onderwijsloopbaan en er mee voor te zorgen dat ze de competenties ontwikkelen om hun eigen loopbaan in handen te nemen. Dit omvat meer als enkel studiekeuzebegeleiding in de derde graad van het basisonderwijs. OLB gaat over burgerschapsvorming van de leerling gedurende zijn hele onderwijscarrière. Onze school zet in op participatie en mondigheid van al onze leerlingen in de schoolgemeenschap tijdens de leerlingenraad en het klasforum/ circkelgesprekken, we zetten in op horizonverruiming door leerlingen kennis te laten maken met verschillen in studies en beroepen, levensstijlen en sociale rollen alsook met de veranderende maatschappij tijdens de lessen wereldoriëntatie en we werken aan keuzebekwaamheid door belang te hechten aan de eigen manier van besluitvorming van de leerling.
Ook binnen OLB wordt gewerkt vanuit een zorgcontinuüm. In de brede basiszorg werken wij aan OLB via het forum/ klasgesprekken waarin leerlingen een stem krijgen in de evaluatie van de lesweek en ze hier ruimte krijgen om eventuele klachten en tips met elkaar te delen en hiervoor een oplossing te vinden. In de lessen wereldoriëntatie wordt aan de doelen mens en maatschappij gewerkt. OLB krijgt een plek in onze school via constructieve samenwerking met het kind. Op deze manier wordt de leerling zelfstandiger en krijgt hij/zij meer verantwoordelijkheidszin. Daarom betrekken we een leerling in zijn traject via een leerlingengesprekken. We streven ernaar om meer kindercontacten te houden naar aanleiding van het rapport. Hiermee doelen we op een hoger welbevinden alsook op een hogere betrokkenheid van de leerling op zijn eigen traject. De attitudes van de leerkrachten betreffende de onderwijsloopbaan van iedere leerling zijn eveneens erg belangrijk. Onze leerkrachten dagen de leerlingen uit om zich in te zetten voor school en hun uiteenlopende talenten te ontwikkelen. De leerkrachten zijn zich bewust van hun rol als motivator.
In de verhoogde zorg kan via een meer gerichte, individuele aanpak over talenten en studiekeuze van bepaalde leerlingen gesproken worden mét deze leerlingen. Deze vraag kan zowel van leerkracht, leerling als van ouders komen. In overleg kan nagedacht worden over eventuele acties wat betreft de onderwijsloopbaanbegeleiding van deze specifieke leerling.
In de uitbreiding van zorg kan het CLB ingaan op een zorgvraag van school, ouders of leerling omtrent de onderwijsloopbaan van een leerling door een handelingsgericht traject op te zetten. Het CLB zal zich enerzijds kunnen richten op de ondersteuning van de school hierbij en anderzijds op de individuele begeleiding van de leerling.
Het CLB is onze belangrijke partner als het gaat om OLB in de 3de graad. Zij ondersteunen ons en de ouders niet alleen bij uitbreiding van zorg, maar op alle niveaus (van brede basiszorg tot uitbreiding van zorg).
- Psychisch en sociaal functioneren
Begeleiding van het psychisch en sociaal functioneren focust op het welbevinden van de leerling. Welbevinden is voor onze school dé voorwaarde om tot leren te komen. Wij garanderen daarom een krachtige leeromgeving in een veilig, warm, uitdagend en verbindend schoolklimaat. De leerlingen voelen zich ondersteund bij socio-emotionele problemen, vinden de weg naar de leerkrachten en krijgen tools/kapstokken om hiermee om te gaan. Via overleg wordt deze sterk uitgewerkte eerstelijnshulp (eventueel aangevuld met tweede- of derdelijnshulp) uitgespit. Dit heeft als doel om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van het kind en de ondersteuningsbehoeften van de leerkrachten en de ouders.
In onze brede basiszorg zetten we preventief in op psychisch en sociaal functioneren aan de hand van groepsvorming. De eerste schoolweek staat in het teken van groepsvorming en de gouden waarden. Er worden allerlei activiteiten georganiseerd waar verbinding tussen leerlingen onderling en tussen de leerlingen en de leerkracht centraal staan. De gouden waarden omvatten schoolafspraken die door iedereen gekend en beleefd zijn. Ook de rest van het schooljaar krijgt groepsvorming en de verhoudingen in de groep een centrale plaats. We bekijken minstens driejaarlijks de plaats van iedere leerling in de groep via sociogrammen zowel op vlak van spelen als werken. Dit wordt meegenomen bij leerlingengesprekken en groepsindeling en nadien mee opgenomen in onze filter en consult gesprekken.
Het klasforum/ klasgesprek wordt vanaf de lagere school structureel ingebed in onze schoolorganisatie in functie van het gezamenlijk opnemen van het klasverhaal door alle leerlingen. Vanaf het eerste leerjaar worden de leerlingen drie keer per schooljaar bevraagd naar hun welbevinden, betrokkenheid en competenties (screening Laevers). Ook de leerkracht screent de leerlingen vanaf de onthaalklas naar zijn observatie van welbevinden en/of betrokkenheid en/of competenties. De zelfevaluatie van de leerlingen (enkel voor de leerlingen van de lagere school) wordt steeds vergeleken met de scores die de leerkrachten aan de leerlingen gegeven hebben. Bij een discrepantie van meer dan één punt, wordt een leerlingengesprek georganiseerd en eventueel verdere acties georganiseerd. Deze screeningslijsten zijn ook een vast onderdeel van het filteroverleg tussen klasleerkracht, ondersteuner en zorgcoördinator. Op deze manier wordt er preventief en curatief gewerkt.
Wanneer het psychisch en sociaal functioneren van leerlingen bedreigd wordt en de brede basiszorg niet meer volstaat, komen we in de fase van verhoogde zorg. Zowel de (klas)leerkracht als de zorgcoördinator van de school nemen samen de regie op. Ook ouders worden in deze fase zoveel mogelijk betrokken en indien nodig wordt er ook met externe partners gewerkt, zoals Abrusco, Gems, dienst welzijn scholengroep, …
In de eerste plaats worden individuele leerlingengesprekken of groepsgesprekken gevoerd door de klasleerkracht en/of de zorgleerkracht en indien de zorgcoördinator.
Wanneer het nodig geacht wordt, zal het CLB worden ingeschakeld voor socio-emotionele problemen bij een bepaalde leerling in de fase van uitbreiding van zorg. Dit gebeurt altijd in samenwerking met ouders en de school. De acties van de brede basiszorg en verhoogde zorg worden geëvalueerd, aangepast en verdergezet en het CLB start een handelingsgericht (diagnostisch) traject met de betreffende leerling en zijn/haar ouders zodat gepaste hulp aan deze leerling en zijn ouders geboden kan worden.
- Preventieve gezondheidszorg
Preventieve gezondheidszorg beschermt en bevordert de gezondheid, groei en ontwikkeling van alle leerlingen op onze school. Ze volgt het groei- en ontwikkelingsproces van de leerling op tijdens zijn hele onderwijscarrière en detecteert risicofactoren.
In de brede basiszorg betekent dit o.a. dat wij als doel stellen onze leerlingen de nodige kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes bij te brengen voor een gezonde levensstijl met respect voor zichzelf en voor anderen. Dit vertaalt zich in een gezondheidsbeleid waarin wij drinkwater en fruit promoten en koeken, snoep en gesuikerde dranken sterk trachten terug te dringen. We zetten ook in op beweging door o.a. verplaatsingen per fiets of te voet te doen, zwemmen te organiseren voor de volledige lagere school, wekelijkse fietsvaardigheidslessen, … De GOS-MOS verantwoordelijken zetten zich in om dit thema levendig te houden op onze school. We verwachten van al onze leerkrachten en personeelsleden ook op dit vlak een voorbeeldfunctie. Leerkrachten zijn zich bewust dat ze een belangrijke rol bijdragen tot gezondheidsbevordering, algemene preventie en vroegtijdige aanpak van problemen door de detectie van de eerste signalen en de doorverwijzing naar derden. De school organiseert samen met het medisch team van het CLB medische onderzoeken voor onze kleuter- en lagere school. Hier wordt het zicht, gehoor, lengte en gewicht van alle leerlingen onderzocht en eventuele zorgen aan ouders doorgegeven. Er worden ook vaccinaties aangeboden.
In de verhoogde zorg werkt de school met het CLB samen bijvoorbeeld als er sprake is van besmettelijke ziekten bij één van de leerlingen. De lijst van deze ziekten is opgenomen in het schoolreglement. De school is verplicht dit door te geven aan het CLB en kan op het CLB rekenen voor advies hieromtrent.
De school, elke ouder of iedere leerling kan ook zelf een hulpvraag omtrent preventieve gezondheidszorg stellen aan het CLB. We kunnen ons dan situeren in de fase van uitbreiding van zorg, wanneer de acties uit de brede basiszorg en verhoogde zorg niet meer volstaan.

